Logo

 

Persbericht:
Onderzoek vakantieparken: een derde heeft te weinig perspectief

’s-Hertogenbosch, 24 oktober 2018 - De vrijetijdseconomie in Brabant floreert. De sector kent veel succesvolle vakantieparken, maar er zijn ook bedrijven die minder goed presteren. Een derde van de vakantieparken in Brabant voldoet niet (meer) aan de wens van toeristen en heeft te weinig toekomstperspectief in de verblijfsrecreatie. Dat blijkt uit een vitaliteitsscan die de provincie Noord-Brabant liet uitvoeren onder de 199 Brabantse vakantieparken. Deze bedrijven bevinden zich in een neerwaartse spiraal, waardoor ze ook aantrekkelijk kunnen worden voor ongewenste activiteiten.

De vrijetijdssector is met 63.000 banen en een toegevoegde waarde van 2,42 miljard euro per jaar een belangrijke economische sector in Brabant, die bovendien bijdraagt aan de leefbaarheid en beleefbaarheid van het buitengebied. 44% Van de bedrijven is vitaal en een aantal parken behoort tot de landelijke top. Goed ondernemerschap, vernieuwende concepten en/of locatie zijn belangrijke succesfactoren. Bijna de helft van de ondernemers heeft voor de komende jaren investerings- en uitbreidingsplannen.

Eigen boontjes doppen
Daar tegenover staat dat een deel van de parken niet meer aan de wensen van de gast voldoet. Volgens de onderzoekers heeft 35% van de parken te weinig perspectief en te weinig kwaliteit. Deze parken zijn vaak gelegen op B- of C-locaties. “We hebben parken bezocht die jaren geleden tot de top behoorden, maar waar al jaren niet meer in is geïnvesteerd. Vaak speelt ook het ontbreken van bedrijfsopvolging een rol”, legt Annelies de Witte, onderzoeksleider bij ZKA Leisure Consultants uit. Het bureau onderzocht de vitaliteit van vakantieparken in meerdere provincies.

“Brabantse ondernemers onderscheiden zich door passie en gedrevenheid; ze doppen graag hun eigen boontjes. Dat zorgt voor vernieuwing en innovatie, maar de keerzijde is dat ze soms ook op zoek gaan naar alternatieve verdienmodellen wanneer het toerisme terugloopt,” vervolgt Annelies Witte. Op diverse bedrijven vindt volgens de onderzoekers oneigenlijk gebruik plaats, zoals huisvesting van arbeidsmigranten en permanent wonen. Over enkele parken bestaan vermoedens van ondermijnende criminaliteit. “Veel bedrijven worden dagelijks bestookt met huisvestingsvragen. De verleiding kan dan heel groot zijn, maar de weg terug naar een gezond recreatief bedrijf wordt steeds moeilijker.”

Ondertussen in het buitengebied
De provincie liet het onderzoek uitvoeren als een van de vervolgacties op het rapport ‘Ondertussen in het buitengebied’ uit mei 2017. In reactie op de aanbevelingen voor de aanpak van ondermijnende activiteiten in het buitengebied benoemde de provincie twee prioriteiten: leegstand in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB's) en recreatieparken. In haar aanpak richt de provincie zich op kennis delen, het vergroten van bewustwording en een stevige samenwerking met andere overheden en instanties, onder meer op het gebied van leegstand, arbeidsmigranten, veiligheid en drugsdumpingen.

Saneren en sloop nodig voor vitale sector
“Net als bij de VAB’s zien we bij recreatieparken enerzijds een grote ruimtevraag voor goed ondernemerschap en anderzijds een groot overaanbod van ruimte die kwalitatief niet meer voldoet”, concludeert gedeputeerde Erik van Merrienboer. “En net als bij de VAB’s is niet voor elk vakantiepark een gezond toekomstperspectief weggelegd. Dat betekent dat je ook na moet denken over saneren en sloop. Om daarmee ruimte te maken voor kwaliteit en om de kwetsbaarheid van ondernemers te verkleinen. Dat is een complexe opgave."

Gedeputeerde Staten hebben Provinciale Staten deze week geïnformeerd over de uitkomsten van de vitaliteitsscan. Later dit najaar bespreekt gedeputeerde Van Merrienboer het onderzoek met alle Brabantse gemeenten tijdens de regionale ruimtelijke overleggen. Ook is de provincie betrokken bij de voorbereiding van een landelijke actieagenda vakantieparken van het Rijk.


Bijlagen

 
Share on Facebook   Tweet   Share on LinkedIn