
Persbericht - Norm voor het bepalen van persoonlijke blootstelling aan respirabele asbestvezels in de lucht is gepubliceerd
NEN 2939 zorgt voor een kwalitatieve strategie, monsterneming en analyse om het blootstellingsniveau ten aanzien van asbest van personen te bepalen en stelt eisen aan de in te zetten apparatuur, meetstrategie, uitvoeren van metingen en de toetsing en interpretatie van meetresultaten. Hiermee wordt een 'level playing field' gewaarborgd.
NEN 2939 'Werkplekatmosfeer - Bepaling van de persoonlijke blootstelling aan respirabele asbestvezels in de lucht bij het werken met en/of aan asbest of asbesthoudende producten met scanning elektronenmicroscopie en röntgen-microanalyse' is gepubliceerd. De norm is de opvolger van 1e Ontw. NEN 2939:2008 (welke in het Certificatieschema voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering vastgesteld door de Stichting Ascert (hierna: certificatieschema) en daarmee indirect in wetgeving is opgenomen) en 2e Ontw. NEN 2939:2020.
Wijzigingen ten opzichte van het eerste ontwerp
Ten opzichte van het eerste ontwerp zijn er belangrijke wijzigingen in de normtekst aangebracht.
In 2015 zijn SCi-548 en SCi-547 in opdracht van en door Ascert ontwikkeld om snel een richtlijn te hebben als voorganger van een norm. Bij het opstellen van deze norm is hiermee rekening gehouden en is de inhoud van deze SCi’s, waar relevant, overgenomen in deze norm. Echter zijn niet alle punten uit de SCi's overgenomen, aangezien er:
- nieuwe inzichten zijn (bijvoorbeeld met betrekking tot het toetsen op overeenstemming met de grenswaarde (zie NEN-EN 689),
- de betreffende inhoud beter past in een certificatieschema of toelichtend document,
- of de betreffende inhoud als bekend kan worden geacht.
De belangrijkste wijziging is dat de norm uitgaat van het (vooraf) opstellen van een meetstrategie voor de relevante homogene expositiegroepen, en uitgevoerd wordt door een deskundige op het gebied van arbeidshygiëne met ervaring in blootstellingsonderzoek.
Wijzigingen in de norm
- Overbeladen filters worden gerapporteerd in het onderzoek en kunnen (kwalitatief) geanalyseerd worden om een idee te krijgen van de aanwezigheid van asbest op het filter.
- Er wordt uitgegaan van blootstelling tijdens kortdurende handelingen of tijdens een werkdag. Hierbij kent elk een eigen meetduur en wijze van berekening van de asbestconcentratie.
- Een blootstellingsgroep (SEG) wordt als uitgangspunt gekozen (in plaats van onderzoek aan de hand van duplo-metingen per 2 werknemers).
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen het verzamelen van metingen op één of meerdere locaties.
- Het aantal vereiste metingen wordt gebaseerd op het verwachte blootstellingsniveau.
- Er staat duidelijker beschreven wanneer statische metingen (STAT-metingen) ingezet kunnen worden.
- Indicatoren zijn beschreven waarmee de meetonzekerheid kan worden bepaald (in plaats van enkel de meetonzekerheid t.a.v. PAS-metingen).
- De eisen t.a.v. de monstercodering zijn verduidelijkt.
- Er zijn (extra) eisen t.a.v. de controle van de lekdichtheid van het filter, de opstelling van filterhouders bij PAS-metingen, registratie-eisen t.a.v. PAS- en STAT-metingen, de toetsing en interpretatie van resultaten en de registratie van contextuele informatie toegevoegd.
- Het debiet mag tijdens de meting geen grotere afname kennen dan vijf procent (in plaats van vijftien procent).
- Er worden meer gegevens gebaseerd op de aangebrachte wijzigingen aan de norm, gevraagd bij de rapportage.
- Er zijn voorbeelden van worst-case-scenario’s, de bepalingsgrens, bepaling en registratie van contextuele informatie, een tijdlijn en de berekening van het 8-uurs tijdgewogen gemiddelde (TGG) concentratie toegevoegd.
- Er wordt geëist dat bij de uitvoering van het blootstellingsonderzoek een beoordelaar (iemand met een arbeidhygiënische achtergrond met ervaring in het doen van blootstellingsonderzoek) betrokken is. De analyses van de genomen luchtmonsters dienen ook in de nieuwe versie door een geaccrediteerd lab worden geanalyseerd.
Implementatie
De norm kan na publicatie door de markt worden gebruikt. Echter is 1e Ontw. NEN 2939:2008 wettelijk gezien nog vereist, aangezien NEN 2939 nog opgenomen moet worden in het certificatieschema. Om te voorkomen dat verschillende partijen aan de hand van verschillende eisen worden beoordeeld, is NEN met de Raad voor Accreditatie in gesprek om tot een afspraak te komen om dit verschil weg te nemen.
Informatiebijeenkomst
In 2022 wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd om vragen vanuit de markt te beantwoorden. Indien u interesse heeft in deelname, dan kunt u dit melden via [email protected].
Meer informatie
Voor informatie: neem contact op met NEN Klantenservice, telefoon 015 2 690 391 of e-mail [email protected].
Voor informatie over deze norm(en) of over het normalisatieproces: Ted den Heijer, Consultant Normalisatie, telefoon 015 2 690 116 of e-mail [email protected].
Meepraten over de inhoud van normen
Wilt u als belanghebbende partij meepraten over de ontwikkeling van normen op dit gebied? De normcommissie ‘Asbest in lucht’ houdt zich bezig met het opstellen van meetmethodes om asbestconcentraties in lucht te meten (NEN 2939 en NEN 2991) en ontwikkelt controlemethodes om te bepalen of een sanering juist is uitgevoerd (NEN 2990). Ook de norm voor de bepaling van asbest in materialen (NEN 5896) behoort tot haar takenpakket. Stuur voor deelname aan of meer informatie over deze commissie een mail naar [email protected].
Lees het bericht op nen.nl
NEN: wat is het en wat doet het?
Goede afspraken over producten, diensten en werkwijzen zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding, dan zijn ze zelfs van levensbelang. Zoals afspraken over speeltoestellen, woningen, ontruimingsplannen en cyber security. In Nederland is NEN al ruim 100 jaar het centrum van normalisatie. NEN helpt bedrijven en andere partijen om onderling heldere en toepasbare afspraken te maken. NEN vertegenwoordigt ook Nederlandse bedrijven en partijen om samen met centra in andere landen afspraken te maken op Europees en zelfs internationaal niveau.