Logo

De Vlinderstichting heeft Pauline Arends uitgeroepen tot 'Vlinderbeheerder van het jaar'. Directeur Titia Wolterbeek overhandigde de verraste boswachter tijdens de Landelijke Dag van de stichting, afgelopen zaterdag, een foto met daarop deze eretitel en van een van haar geliefde veenvlinders: het veenbesblauwtje.

Titia Wolterbeek en Pauline Arends

Pauline Arends is al lange tijd een uiterst waardevolle boswachter bij Staatsbosbeheer. Ze is speciaal bezig met inventarisatie en monitoring en daarbij hebben de vlinders moeiteloos een warm plekje in haar hart veroverd. Ze is al jaren een van de drijvende krachten achter de Vlinderwerkgroep Drenthe. Daarbij zoekt ze steeds of er ook in het beheer wat voor de bedreigde soorten kan worden gedaan. Stuifzand open trekken voor de kommavlinder, kleinschalig plaggen voor de gentiaanblauwtjes en gefaseerd maaien voor de zilveren maan: Arends  is er mee bezig. Voor het gentiaanblauwtje verdiepte ze zich zelfs verder in de wereld van de mieren, die voor de rupsen van deze vlinder zo belangrijk zijn. En ze zorgde ervoor dat ook andere vrijwilligers daaraan gingen werken.

Maar speciale aandacht gaat bij Arends uit naar de veenvlinders. Veenhooibeestje en veenbesparelmoervlinder komen bij haar in de boswachterijen voor. In 2004 herontdekte ze het veenhooibeestje in het Hingsteveen en sindsdien coördineert ze de monitoring voor de veenvlinders in heel Noord-Nederland. Om de kansen voor de veenvlinders te beoordelen ging ze ook kijken in referentiegebieden in het buitenland, in Duitsland, Denemarken en de Baltische staten. In Duitsland hielp ze de lokale beheerders met de publieksvoorlichting voor de veenvlinders en in Letland droeg ze bij aan de inventarisaties van de hoogveenfauna. In Drenthe zorgde ze ervoor dat alle vennen en veentjes op hun kwaliteiten voor de veenvlinders werden beoordeeld en nam ze her en der ook maatregelen om verdroging tegen te gaan. Het kan dan ook geen toeval zijn dat beide soorten het in de terreinen van Arends de laatste tien jaar weer beter zijn gaan doen! Toch blijven er zorgen: waarom worden de aantallen in Vak 61 toch weer minder? En zal het wel goed gaan wanneer er de komende jaren verder wordt vernat en er in het beheer minder actief bijgestuurd gaat worden? Vragen die een antwoord verdienen…

Titia Wolterbeek bij de uitreiking: "Die betrokkenheid, die nieuwsgierigheid om te willen weten waar de soorten zitten en waarom het op de ene plek wel goed gaat en op de andere niet, en die zorg om in het terreinbeheer ook de bedreigde vlinders een plaats te geven. Dat is een eretitel waard en we hopen dat ze nog lang op deze manier door zal gaan met het goede werk voor de vlinders!"


Bijlagen

De Vlinderstichting is dé organisatie die zich inzet voor de vlinders en libellen in Nederland en Europa.